Peter de Munnik / Dennis Lens van Rijn
Nog voor de start op vrijdag twee major problems. Navigator Dennis is ziek en de twinmaster- GTI doet niets meer. Zo gaat ie fijn GTI uit elkaar gesloopt, helaas geen gang in te branden. Henny van de Handa-shop staat toevallig in de buurt. Hij blijkt gevoelig voor de bemiddeling van Jaco de Hoog en mijn droeve blik en stelt tijdelijk een nieuwe GTI ter beschikking. Voor mij is het een held en het zou wel eens kunnen zijn dat Henny er een klant voor het leven bij heeft. Na de start beginnen we met een kaartje dat dateert van net even voor de jaartelling. Nu is de infrastructurele situatie in Noord-Belgie er toch al een waar je normaal gesproken gillend gek van wordt, maar als dat gecombineerd wordt met een krijtwitte navigator vraag je je even af waar dat heen moet. Even de auto maar aan de kant. Dan maar een stuk afsnijden, we moeten nog zo lang. In de loop van de dag krijgt Dennis weer wat kleur op zijn gezicht en gaande weg gaat het beter. Dat het beter met hem gaat mag gerust een wonder heten want gelet op het tijdschema en de daaraan aangepaste rijstijl weet ik voor een navigator geen effectievere manier om wagenziek te worden. Als we in het hotel in Luxemburg arriveren zijn we ervan overtuigd dat we in de achterhoede geklasseerd staan. Dat blijkt mee te vallen: 26e. De concurrentie heeft het kennelijk ook niet gemakkelijk gehad. De avond-etappe verloopt redelijk goed. We klimmen naar 21. Na een uitgebreide nachtrust van zo n uurtje of vier staan we weer geheel okselfris aan de start, alleen de oogjes zijn wat kleiner. De tweede dag is wat minder spectaculair dan de eerste. Als we niet als twee blinde paarden een langsrijder A hadden gemist waren we zowaar nog in de top 20 gekomen. Nu werd het 22e. Niet goed maar eigenlijk ook niet slecht.
De Horneland blijft ons aantrekken. Wij gaan volgend jaar weer.
|